“Ik moest alleen verder met mijn zwangerschap”
Geschreven op 12/08/2022 door Emily Van Campenhout, Copywriter Gewijzigd op 12/08/2022
Astrid De Boeck is 28 en mama van dochters Pippa en Loah. Toen ze 17 weken zwanger was van hun tweede kindje, kondigde haar man aan dat hij iemand anders had en wou scheiden.

Profiteer van voordelen tot 600€, praktische en onmisbare tipstalrijke stalen, gratis dozen
“Bart* en ik zijn in 2017 getrouwd en drie jaar geleden werd onze oudste dochter Pippa geboren. Zij is nu 3 en onze jongste, Loah, is net 2 maanden. Ik wou altijd al een jonge mama zijn en wij kozen heel bewust om aan kindjes te beginnen. Ook onze tweede dochter was een bewuste keuze. Wij woonden tijdelijk bij mijn schoonouders omdat we een bouwgrond gekocht hadden en gingen bouwen. Maar toen ik 17 weken zwanger was, kondigde mijn man aan dat hij iemand anders had en wou scheiden. Mijn wereld stortte even helemaal in. Hij vertrok en er was geen mogelijkheid meer om erover te praten of het nog te proberen. Al je dromen worden overboord gegooid, dat huis en dat perfecte gezin is ineens weg. Ik ben dan ook bij mijn schoonouders vertrokken en heb 6 weken bij mijn mama gewoond. Dat was een heftige periode.”
“Ik moest alleen verder met mijn zwangerschap. Hij wou nog mee naar de gynaecoloog, maar dat was voor mij geen optie. Ik had het gevoel dat hij niet alleen mij, maar ook ons kind had achtergelaten. Hij beweert dat dat niet zo is, maar voor mij voelt dat wel zo. Later gaat dat misschien ook sporen nalaten als zij gaat tellen hoe lang wij al uit elkaar zijn en hoe oud zij is.”
Leren loslaten
“Bart* wou ik absoluut niet bij de bevalling hebben. Ik had Pippa die nacht bij zijn ouders afgezet, maar hij sliep bij zijn vriendin. Ik kon niet begrijpen dat hij niet bij zijn dochter bleef. Dat zijn denkpistes die ik niet kan volgen, maar ik kan het ondertussen naast mij neerleggen. Mijn mama was wel bij de bevalling en dat maakt dat zij nu een extra sterke band heeft met Loah.”
“Bij Pippa heb ik borstvoeding gegeven, maar ik zat toen op het randje van een postnatale depressie. Bij Loah heb ik dus bewust voor flesvoeding gekozen omdat het anders te zwaar zou worden. Ik heb echt moeten leren om los te laten. Ik kon Loah ook veel sneller aan iemand afgeven. Dat moest wel om mezelf te beschermen, anders ging ik het niet overleven.”
Opvangnet
“Zonder mijn opvangnet zou het niet gelukt zijn. Ik heb veel gehad aan mijn familie en vrienden. Mijn mama kreeg mij vaak aan de telefoon met tranen en verdriet, al is dat de laatste weken veel beter. Het is voor haar niet makkelijk om te zien dat haar dochter zo diep zit. Ik ben iemand die moeilijk iets uit handen geeft, ik wil alles zelf oplossen. Dat moest ik dus leren. Er zijn veel mensen die iets willen doen en dat is hartverwarmend, maar het ligt niet in mijn aard om hulp te aanvaarden.”
“Ik ben zelf een kind van gescheiden ouders en had me altijd voorgenomen mijn kinderen dat niet aan te doen. Ik zou er alles aan doen om voor onze relatie te vechten. Dus toen hij wegging, wou ik nog vechten en in relatietherapie gaan, maar hij wou niet. Ik denk dat we elkaar een stukje verloren waren in onze relatie. Kinderen houden je niet samen, maar je bent ze wel iets verschuldigd. Ik vind het lastig dat ik niet het onderste uit de kan heb kunnen halen om ons huwelijk toch nog te doen slagen. Als je dan samen kan beslissen om niet verder te gaan, is dat een heel andere manier om te scheiden dan eenzijdig te beslissen dat het hier stopt.”
Woede en verdriet
“Ik ben heel lang kwaad geweest, vooral over de manier waarop we uit elkaar gegaan zijn. Wij konden vroeger al moeilijk praten en dat is nu zeker niet anders. Die boosheid en dat gevoel van wraak te willen, is weg nu. In het begin hoopte ik dat zijn nieuwe relatie snel kapot zou gaan. Ik ben mezelf keihard tegengekomen en heb vooral beseft hoe hard ik mezelf verloren was. Ik was enkel nog mama en geen partner meer. Nu besef ik dat er meer is dan alleen mama zijn. Ik wil terug Astrid zijn, buitenkomen en weer plezier beleven. De was zal dan weer niet gedaan zijn en het huis is misschien niet proper, maar ik wil het gevoel hebben meer te zijn dan enkel mama. Eerst zit je heel hard in dat verdriet, maar eens je daaruit bent, begin je na te denken. Wat wil ik met mijn leven? Sinds een paar weken kan ik zeggen dat ik gelukkiger ga worden dan ik ooit ben geweest. Ik ben nu aan het trainen voor de 10 Miles eind april. Dat is het doel dat ik voor mezelf opgesteld heb.”
Bezoekregeling
“Loah ziet haar papa weinig. Hij komt 1 keer per week op bezoek, maar nooit langer dan een uur aan een stuk. In het begin begreep ik dat niet, maar het heeft gewoon geen zin om mij daar druk in te maken. Ik voel enkel pijn voor Loah, dat haar papa niet zo aanwezig is. Ze gaat nooit dezelfde band met hem hebben als Pippa. Hij zegt wel dat hij ook wil babysitten en dat ik ze mag brengen, maar dan moet ik verantwoording afleggen over mijn plannen. Met Pippa heeft hij wel een goede band, ze komt daar zeker niks tekort. Dat haar kleren niet bij elkaar passen of haar haar op niks trekt, dat moet ik dan ook weer leren loslaten.”
“Pippa is nu op 2 weken in totaal 9 dagen bij mij en 5 dagen bij hem. Dat ging eerst totaal niet, hoe kon ik mijn kind van 3 jaar nu afgeven? Maar ik voelde dat ik dat nodig had om te kunnen opladen. Soms ben ik echt een loedermoeder. Loah was ik vaak maar om de 2 dagen, terwijl ik bij Pippa daarin veel secuurder was. Die structuur en regelmaat is een beetje verloren gegaan in mijn overlevingsstrategie.”
Relativeren
“Twee maanden geleden had ik niet hetzelfde gezegd als nu. Ik ben blij dat alles nu gebeurt en niet binnen 5 jaar. Op je 28ste sta je nog heel onzeker in het leven en moet je nog veel leren. Dat is moeilijk als je het alleen moet doen, maar ik ben nog flexibel. Ik heb de klik gemaakt in mijn hoofd en kan alles nu beter relativeren. Toch zijn er nog momenten dat ik heel kwaad ben. Als de oudste het uithangt, de jongste is aan het wenen en je voelt je een muilezel, dan vraag je je af waar je mee bezig bent. Maar uiteindelijk lukt het wel. ’s Avonds kruip ik gewoon in mijn bed en denk ik ‘het is gelukt vandaag’. Dat mijn huis dan niet proper is, kan ik ondertussen loslaten.”
“Ik hoop nog iemand tegen te komen die mij en mijn dochters graag ziet en ook die opvoeding een stukje mee wil doen. Als je al 10 jaar verder bent, zijn de kinderen ouder, je hebt misschien elk je huis en je gewoontes. Bepaalde zaken kan je dan niet meer zomaar gaan veranderen. Maar laat mij dit maar even doen met mijn meisjes. Dat geeft mij kracht, al is het niet evident.”
*Bart is een schuilnaam.
Toevoegen aan mijn lijst
favorieten